Ganadores de Eurovisión: 1959

El IV Festival de la Canción de Eurovisión tuvo lugar el 11 de marzo de 1959 en Cannes, Francia. La presentadora fue Jacqueline Joubert, siendo el país ganador los Países Bajos con el tema Een beetje, interpretado por Teddy Scholten, que consiguió 21 puntos. En la prensa, se sugirió que Italia y Francia otorgaron más puntos a la canción holandesa porque ninguno de ellos quería que el otro obtuviera la victoria final. El escenario consistió en tres pequeñas carpas giratorias, desde las que salían los cantantes, quienes cantaban con fotografías de paisajes típicos del país de fondo.

Teddy Scholten-van Zwieteren consiguió la segunda victoria de Holanda en Eurovisión, en tal sólo cuatro ediciones. Nació el 11 de mayo de 1926 y murió recientemente el 8 de abril de 2010, a los 83 años.

Teddy consiguió gran notoriedad en su país tras vencer en este festival. Casada con Henk Scholten y madre de una hija, la cantante participó a sus 33 años en el Nationaal SongFestival con la canción ”Een Beetje”, compuesta por Dick Schallies y Willy van Hemert. El triunfo de su canción la llevó directa a la cuarta edición del festival de Eurovisión, que se celebró en la ciudad francesa de Cannes. La cantante consiguió la victoria gracias a los 21 puntos que consiguió, cinco más que la segunda clasificada, la canción de Reino Unido “Sing Little Birdie”.

Como era habitual en aquella época, la cantante grabó la canción en francés, alemán e italiano. A finales de los cincuenta y los sesenta intervino en numerosos programas de televisión junto a su marido, y es recordada en especial por su aparición en “Zaterdagavondakkoorden”. En 1963 ejerció de presentadora del programa “Kiekeboe”. En 1965 y 1966 Teddy se presentó de nuevo al Nationaal Songfestival sin éxito. Teddy Scholten abandonó su carrera musical a mediados de los años 70.

Fuente:

http://www.aeveurovision.com/2010/04/12/fallece-la-ganadora-de-eurovision-1959/




"Een beetje" significa "Un poco más" y fue interpretada en flamenco.

Ik wou dat je hart een kast was met een deurtje.
En dat ik kon kijken in het interieurtje.
Dan moest je oprecht zijn,
goed of slecht, maar echt zijn.
En dan zei je al gauw, als ik vroeg, ben je trouw?

'n Beetje, verliefd is iedereen wel eens, dat weet je.
Je wilt verstandig zijn, maar dat vergeet je.
Zodra je naar wat amor fluistert, luistert,
dan weet je, dat wordt weer net zoiets als Faust en Greetje.
Met rendez-vous'tjes in een klein cafeetje,
en slent'ren in de maneschijn.
Met rozengeur, en kussen bij het afscheid aan de deur.
De nacht is blauw,
je fluistert mond aan mond ik zweer je eeuwig trouw.

'n Beetje, verliefd was je wel meer, meneer, dat weet je.
Je hart kwam wel eens meer op een ideetje.
Dat speet je, maar ach weet je,
soms vergeet je wel een beetje gauw je eedje van trouw.

Maar toch ben ik blij dat mijn hart ook geen deur heeft.
Want je weet nooit wat daar in het interieur leeft.
Wel wil ik beloven, als we ons verloven,
en je vraagt, ben je trouw, zeg ik nooit tegen jou:
een beetje

Met rozengeur, en kussen bij het afscheid aan de deur.
De nacht is blauw,
je fluistert mond aan mond ik zweer je eeuwig trouw.
'n Beetje, verliefd was je wel meer, meneer, dat weet je.
Je hart kwam wel eens meer op een ideetje.
Dat speet je, maar ach weet je,
soms vergeet je wel een beetje gauw je eedje van trouw.